Dit lesmateriaal is geschikt voor afstandsonderwijs.

De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen waarom het zeepaardje, de tonijn, de Sumatraanse tijger, de bonobo, de blauwe vinvis en het sneeuwluipaard bedreigde dieren zijn. Ze kunnen enkele gevolgen geven van de klimaatopwarming. De leerlingen kunnen een fantasiedier creëren met kenmerken van meerdere bedreigde dieren.

Ontwikkeld door: Laurien D’hondt

Doelstellingen

  • ZILL
    • MUgr2 Durven fantaseren en verbeelden.
    • MUge2 De muzische bouwstenen beleven, herkennen, onderzoeken en hanteren.
      • Beeld: vorm
    • MUva3 De technische en expressieve vaardigheden die nodig zijn om zich muzisch uit te drukken in beeld, muziek, dans en drama verfijnen.
    • OWsa4 Ervaren vaststellen welke aspecten ondernemen duurzaam maken en zich daarover uitdrukken.
    • OWna7 Ervaren, onderzoeken, vaststellen en illustreren hoe mensen de natuur en het milieu zowel op een positieve als negatieve wijze beïnvloeden.
    • MEva1 Technische en instrumentele computervaardigheden ontwikkelen.
    • MEva3 Digitale informatievaardigheden ontwikkelen.
    • TOmn2 Een mondelinge boodschap overbrengen.
      • Persoonlijk verslag uitbrengen.
    • TOsn2 Voldoende vlot kunnen lezen om een leeftijdsadequate teksten te begrijpen.
    • SEiv1 Zich inleven in anderen, andere standpunten en situaties, zonder de eigen identiteit te verliezen.
    • Ikwn3 Ervaren hoe waarden en normen kunnen verschillen naar gelang de context en de levensbeschouwelijke traditie.
    • IVoc5 Informatiebronnen hanteren.
    • RKve1 Contact maken met de eigen binnenkant en zich daaruit laten inspireren voor de keuzes die men maakt. Verschillende vormen van verstilling, meditatie (christelijk) gebed en bezinning ontdekken.
    • Derde cyclus: bewogen worden en in beweging komen.
  • OVSG
    • NL-SPR-DV-D03-01-01-03 De leerlingen kunnen kenmerken en eigenschappen van personen, dieren en dingen met één woord benoemen.
    • NL-LEZ-TV-04.04 De leerlingen kunnen in eenvoudige teksten over personen, dieren, planten en objecten de voornaamste informatie terugvinden en het kenmerkende ervan vergelijken met andere personen, dieren, planten of objecten.
    • WO-NAT-02.17 De leerlingen zien in dat mensen, dieren en planten elkaar beïnvloeden.
    • WO-NAT-08.03 De leerlingen verwoorden waarom het noodzakelijk is zorg te dragen voor dieren, planten en het milieu.
    • MV-DRA-BV-1.5 De kinderen kunnen zich in allerlei personen, dieren, planten en zaken uit de omgeving inleven en beelden deze uit. (Creativiteit)
    • WO-NAT-01.08 De leerlingen kunnen op hun niveau (evt. met behulp van een volwassene), eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur en het milieu.
    • MV-BLD-OM-3.6 Kinderen vinden plezier en voldoening in het beeldend vormgeven.
    • MV-BLD-BS-8 Kinderen genieten ervan naar beeldend werk van zichzelf en anderen te kijken en erover te praten.
    • MV-BLD-OM-3.2 Kinderen kunnen uit een assortiment aan materialen en hulpmiddelen een bewuste keuze maken om een constructie op te zetten of een creatie te ontwerpen.
    • MV-BLD-OM-2.3 Kinderen experimenteren met beeldelementen. Ze onderzoeken de mogelijkheden van kleur, vorm, volume, structuur, ritme, textuur, contrast, compositie, beweging, …
  • GO!
    • Sociale vaardigheden- domein relatiewijzen
      • De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken.
    • Attitudinale doelen media
      • ICT 1,4 Bereid zijn om media te gebruiken bij het leren.
      • 7.3.7 ICT 6 Informatie in aangereikte bronnen zoeken.
      • 7.3.8 ICT 6;
    • NED 5.1-5.4 Met behulp van media informatie vinden door een zoekstrategie te gebruiken.
    • 4.1.2.12 Een beeld (2D of 3D) creëren door objecten bewust in de ruimte te plaatsen.
    • 4.1.2.23 Textuur aanbrengen of suggereren in een beeldend werk.
    • 4.1.2.24 Vormen, kleuren, lijnen of textuur bewust een plaats geven in een compositie (in 2D of 3D).
    • 4.1.2.28 Zelfstandig of met behulp van anderen een beeldend werk presenteren.
    • 4.1.3.1 Verwoorden hoe eigen werk tot stand gekomen is op basis van een keuze uit volgende elementen: aanpak en organisatie, motivatie, inzet, creativiteit, durf, samenwerking.
    • TBS 6.5 Een eigen woordenlijst aanleggen.
    • 3.4 LOET Bij het lezen van (digitale) informatieve teksten nauwkeurig lezen zinvol afwisselen met scannend lezen. o LOET SV 2 In een gesprek de ander laten uitspreken en niet onnodig in de rede vallen.

Lesmateriaal

Contactlerarenopleidingkempen@thomasmore.be