Hierbij kan je twee instructiefilmpjes vinden over de zinsdelen het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp. Je kan dit gebruiken als extra ondersteuning tijdens de preteaching.

Doelstellingen

Leerplandoelen

NEDERLANDS tweede graad ASO – TSO – KSO (VVKSO-BRUSSEL D/2012/7841/001) 8.3 Reflecteren op zinnen en woordgroepen.

  • Herkennen, onderzoeken en benoemen van zinnen en zinsdelen met daarbij de belangrijkste zinsdelen waaronder: het onderwerp, gezegde: naamwoordelijk en werkwoordelijk, aanvullingen: lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen;

Eindtermen

  • 39.4 Met het oog op doeltreffende communicatie en taalbeschouwelijke basiskennis kunnen de leerlingen op hun niveau bewust reflecteren op een aantal aspecten van het taalsysteem. Ze kunnen de hiernavolgende verschijnselen herkennen, onderzoeken en benoemen: (in het syntactische domein) zinsdelen (lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Lesdoelen

  • De leerlingen kunnen uitleggen wat het lijdend voorwerp juist is.
  • De leerlingen kunnen achterhalen hoe ze het lijdend voorwerp in een zin kunnen vinden.
  • De leerlingen kunnen de verschillende voorwaarde opnoemen van het lijdend voorwerp.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat het meewerkend voorwerp juist is.
  • De leerlingen kunnen achterhalen hoe ze het meewerkend voorwerp in een zin kunnen vinden.
  • De leerlingen kunnen de verschillende voorwaarde opnoemen van het lijdend voorwerp.
  • De leerlingen kunnen in een opgegeven zin het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp halen.

Lesmateriaal

Media

https://www.youtube.com/watch?v=iqJxSBfj1JM https://www.youtube.com/watch?v=Hw5FPwchHwE

Gemaakt door Noémie Swaegers

Contact: lerarenopleidingkempen@thomasmore.be