Het is een digitaal leerpad waarbij de leerlingen oefeningen maken rond zinsleer. Ze komen te weten wat en hoe ze de persoonsvorm en het onderwerp kunnen vinden. In het leerpad is ook een taaluitdaging verwerkt waarbij de leerlingen gaan werken aan woordenschatuitbreiding.

Doelstellingen

Leerplandoelen

Doelen 1B:

  • LPD 1 * De leerlingen beleven plezier aan en zijn gemotiveerd voor taal via cultuur, luisteren, lezen, spreken, schrijven, interactie en inzicht in het taalsysteem.
  • LPD 18 De leerlingen gebruiken het inzicht in de belangrijkste regels en kenmerken van het Standaardnederlands als taalsysteem ter ondersteuning van hun communicatie: klanken, woorden, betekenissen, zinnen, teksten, spelling en interpunctie. Zinsdelen: onderwerp, persoonsvorm.

Doelen 2 BVL:

  • LPD 30 kunnen voor de taalbeschouwelijke vaardigheid
    – op woordniveau: de woordenschat verzorgen; hun actieve en passieve woordenschat uitbreiden (OD3)
    – op zinsniveau: goede Nederlandse zinnen bouwen.
  • LPD 31 De leerlingen kunnen voor de spellingvaardigheid
    – woorden met veranderlijk woordbeeld (regelwoorden): werkwoorden Taalbeschouwing: DOELEN taalgebruik (TG) en taalsysteem (TS)
  • LPD 8 De leerlingen kunnen reflecteren op aspecten van taalsysteem en daarbij de taalbeschouwelijke termen / begrippen gebruiken
    – reflecteren op zinnen en daarin het onderwerp herkennen, aanduiden, ver- vangen en benoemen;
    – reflecteren op zinnen en in functie van de werkwoordspelling snel de per- soonsvorm kunnen vinden;
    – reflecteren op de betekenis en die kunnen achterhalen.
  • LPD 9 De leerlingen kunnen bij alle leerplandoelen Nederlands de bijbehorende taalbeschouwelijke begrip- pen en/of termen gebruiken (zie termenlijst) (OD 33)
    – zin: onderwerp persoonsvorm

Lesdoelen

Zinsleer:

  • De leerlingen kunnen de persoonsvorm in een zin herkennen.
  • De leerlingen het onderwerp in een zin herkennen.
  • De leerlingen het onderwerp in de zin van getal veranderen.

Taaluitdaging:

  • De leerlingen kunnen de uitspraak van een woord koppelen het geschreven woord.
  • De leerlingen kunnen met verschillende woorddelen een woord vormen.
  • De leerlingen begrijpen de opgegeven woorden door ze in de juiste context te plaatsen.

Lesmateriaal

Links

Via deze link komt u terecht op het digitaal leerpad (Bookwidgets).

Gemaakt door Noémie Swaegers

Contact: lerarenopleidingkempen@thomasmore.be