Begrijpend lezen bij wereldoriëntatie – een WERELD van verschil-
Er is onderzoek gedaan om het leesbegrip te vergroten via teksten van WO die aansluiten bij de
omgeving van de leerlingen.
Het was een bewuste keuze om voor het project ‘Lezen op school’ te kiezen. Met het oog op onze
toekomst in het werkveld leek ons dit een sterk project om uit te werken. Uit praktijkervaringen merken we op dat taal voor veel leerlingen nog een vak is waarmee ze het moeilijk hebben. Een deel van de klasdocenten wijten dit aan het ontbreken van de nodige motivatie. Persoonlijk denken wij dat dit voort komt uit het grote aanbod van internationale apps, programma’s en teksten die in het Engels gegeven worden. De leerlingen komen hier immers dagelijks in aanraking mee via games en Youtubevideos.
Tijdens het observeren in de verschillende klassen op het Heilig Graf gaven de klasdocenten nog een andere reden voor de moeilijkheid van taal bij hun leerlingen. Ze zijn ervan overtuigd dat de leerlingen in hun gezin niet voldoende aangemoedigd worden om meer te oefenen op het Algemeen Nederlands door de nodige teksten en verhalen te lezen. Tijdens dit project werkten we nauw samen met basisschool Heilig Graf Apostoliekenstraat in Turnhout. Na overleg met de directie kwamen enkele specifieke noden naar voren. Uit deze noden hebben we volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Wij onderzoeken de leesbereidheid van leerlingen in het tweede en vijfde leerjaar van het lager onderwijs, omdat wij willen weten welke effecten rijke, omgevingsgerelateerde teksten van wereldoriëntatie geïntegreerd met begrijpend lezen hebben om de algemene leesmotivatie van de leerlingen te verhogen.
Wij hebben werkfiches gemaakt voor het tweede en het vijfde leerjaar. In deze werkfiches vindt u leesteksten terug rond de omgeving. In ons geval is dit Turnhout. We werkten steeds vanuit thema’s die we kregen van de partnerschool. Rond deze thema’s waren de leerlingen aan het werken in de lessen WO. In het tweede leerjaar was dit ‘tanden’ en in het vijfde leerjaar was dit ‘historische periodes’. Het thema van het vijfde hebben we nadien geconcretiseerd tot ‘boekdrukkunst in de late middeleeuwen’.
Methode
Deelnemers
We werkten samen met basisschool Heilig Graf in Turnhout (Apostoliekenstraat). Voor ons onderzoek legden wij de focus op het tweede en het vijfde leerjaar. In totaal gaat het om 74 leerlingen (tweede leerjaar 38, vijfde leerjaar 36).
Instrumenten
In het begin van het onderzoek zijn wij in de vier klassen die deelnemen aan ons onderzoek gaan observeren. Wij hebben in alle klassen geobserveerd tijdens een les begrijpend lezen. Tijdens deze observatie hebben de leerlingen twee vragenlijsten ingevuld. De eerste vragenlijst hebben de vier klassen ingevuld. Hierbij hadden we als doel om de
leesbereidheid van de leerlingen te meten. Deze vragenlijst bevat vragen zoals: Wat vind je van lezen?, Hoeveel keer per week lees je thuis?, Waarom lees je?… . We hebben gekozen om met meerkeuzevragen te werken zodat we de resultaten overzichtelijk in een grafiek konden weergeven. Op deze manier was de leesbereidheid per klas onmiddellijk
duidelijk.
Na de observatieles hebben de leerlingen een tweede vragenlijst ingevuld. Deze vragenlijst dient als nulmeting in ons onderzoek. In het vijfde leerjaar hebben we gebruik gemaakt van open vragen en in het tweede leerjaar werkten we met smileys. In deze vragenlijsten komen we te weten wat de leerlingen vonden van de leestekst die werd gebruikt tijdens de les begrijpend lezen. Dankzij deze bevraging konden wij voor onze lessen rekening houden met de feedback van de leerlingen. Nadat we de resultaten van de leesbereidheid en de nulmeting hadden verwerkt, konden we aan de slag met onze activiteiten en teksten. Nadat wij onze lessen begrijpend lezen hebben gegeven, hebben de leerlingen de tweede vragenlijst nog een keer ingevuld. Op die manier kregen wij feedback van de leerlingen en konden wij aanpassingen doen waar nodig.
Resultaten
Tweede leerjaar
Als we de resultaten van de nul- en eindmeting vergelijken voor de vraag ‘Vond je het lezen leuk?’, stellen we vast dat er bij de eindmeting een stijging is van 17 leerlingen die het lezen heel leuk vonden. Bij de nulmeting waren de meningen van de leerlingen eerder verdeeld over de verschillende mogelijke antwoorden (Helemaal niet leuk – niet leuk – neutraal – leuk – heel leuk). Bij de eindmeting waren er geen leerlingen die het lezen helemaal niet leuk vonden. Deze stijging van resultaten kan te maken hebben met verschillende factoren. Een eerste factor is dat de leerlingen het leuker vonden om omgevingsgerelateerde teksten te lezen. Een tweede factor kan zijn dat de leerlingen het lezen leuker vonden, omdat ze het thema leuker vonden. Bij de vraag: ‘Vond je de tekst leuk?’ gaven heel wat leerlingen bij de nulmeting aan de tekst aangenaam om lezen te vinden, maar toch niet allemaal. Bij de eindmeting zien we
een stijging van 13 leerlingen die de tekst heel leuk vonden. Er zijn bij de eindmeting geen leerlingen die de tekst helemaal niet leuk vonden. Er zijn twee mogelijke redenen die voor een positieve stijging hebben gezorgd. Een eerste reden is dat de tekst aansluit bij de leefwereld van de kinderen. Een andere reden kan zijn dat de tekst over hun eigen
omgeving, Turnhout, gaat.
Vijfde leerjaar
Als we de nul – en eindmeting vergelijken met elkaar zien we dat de leerlingen van het vijfde leerjaar niet graag lezen. Toch zien we bij de eindmeting een lichte groei. We zien een stijging van vier leerlingen die hebben aangegeven dat ze de tekst leuk vonden om te lezen. Uit de feedback van de klasleerkracht krijgen we ook te horen dat bepaalde leerlingen die normaal gezien niet van begrijpend lezen houden nu ook actief meededen met de les. Bij het vergelijken van de resultaten van de nul- en eindmeting over of de leerlingen de tekst leuk vonden zien we een sterke groei. Bij de eindmeting zien we een stijging van 9 leerlingen die de tekst leuk vonden. Er was veel enthousiasme bij het aanbieden van teksten uit de omgeving Turnhout.
Conclusie
We kunnen concluderen dat de leerlingen enthousiaster aan de slag gaan bij leeslessen waarbij
extra ondersteunend materiaal aanwezig is. Telkens wanneer er iets verteld werd over Turnhout,
werden de leerlingen weer actief. Het lezen verliep veel vlotter en de leerlingen bleven langer
geconcentreerd op de teksten. De leerlingen waren meer bereid om de tekst te lezen. Hierdoor
maakte de lengte van de tekst niet zoveel uit, omdat de leerlingen echt gemotiveerd waren. Het is
fantastisch om te zien dat je uit één les al positieve verschillen ziet bij de leerlingen.
Projectgroep & partners
Studenten
Luna Denys, Lisa Keuppens, Seppe Mussels, Amy Valkiers
Lerarenopleiders
Daniëlle Schuurmans
Partnerschool
Projectwebsite
Meer weten?
Daniëlle Schuurmans
Lerarenopleider
E danielle.schuurmans@thomasmore.be
Lieveke Hellemans
Verantwoordelijke Onderzoekslab / praktijkonderzoek
T +3214740215
E lieveke.hellemans@thomasmore.be
Ook interessant
Samenwerken?
Is je interesse gewekt en wil je met ons samenwerken?
Laat je gegevens achter.