Aan de hand van enkele oefeningen wordt de theorie van de temps du passé toegelicht.

Doelstellingen

  • De leerlingen kunnen bij het uitvoeren van hun taaltaken de volgende grammaticale en complementaire lexicale elementen functioneel inzetten: Vorming, waarde en gebruik van de tijden van de ‘indicatif’ voor de communicatie in de tegenwoordige, de verleden en de toekomende tijd
  • De leerlingen kunnen het gebruik van tijden toelichten in een gegeven tekst.
  • De leerlingen kunnen het werkwoord correct vervoegen in een gegeven context.
  • De leerlingen kunnen het gebruik van de imparfait, de passé composé en de plus-que-parfait van elkaar onderscheiden.

Lesmateriaal

Links

Via deze link komt u terecht op de bespreking van de verbetering van de oefeningen.

Gemaakt door Isis van Hamme

Contact: lerarenopleidingkempen@thomasmore.be