Dit lesmateriaal gaat over de kunst uit het Oude Egypte. Het is gegoten in een online webquest met verschillende interactieve tools. De les focust zich op vier probleemstellingen waarbij de functies van de kunst, de piramiden, de tempels en de beeldende kunst worden bekeken.

Doelstellingen

Leerplandoelen

GESCHIEDENIS eerste graad A-stroom (VVKSO-BRUSSEL D/2019/13.758/006)

  • 1 De leerlingen herkennen een historische vraag.
  • 2 De leerlingen situeren een historische vraag in het historisch referentiekader: tijd, ruimte en de maatschappelijke domeinen.
  • 3 De leerlingen onderscheiden de drie dimensies van het historisch referentiekader en bijhorende structuurbegrippen.
  • 4 De leerlingen kennen de westerse periodisering en enkele bijhorende scharnierpunten.
  • 6 De leerlingen situeren gebeurtenissen, personen, processen, kunst- en cultuuruitingen en historische bronnen uit de drie bestudeerde periodes in tijd, ruimte en de maatschappelijke domeinen.
  • 7 De leerlingen lichten kenmerken van de verschillende maatschappelijke domeinen toe voor samenlevingen uit de bestudeerde historische periodes.
  • 10 De leerlingen onderscheiden verschillende soorten historische bronnen en werken.
  • 19 De leerlingen tonen aan dat de beperkingen inherent aan bronnen gevolgen hebben op historische beeldvorming.
  • 24 De leerlingen illustreren hoe mythevorming rond historische fenomenen historische beeldvorming beïnvloedt.
  • 26 De leerlingen nemen bij het zich inleven in historische fenomenen uit de bestudeerde periodes afstand van het eigen waarden- en normenkader door rekening te houden met de historische context. 

Lesdoelen

  • De leerlingen kunnen de drie functies van de kunst opsommen. (probleemstelling 1)
  • De leerlingen kunnen de drie functies van de kunst in eigen woorden uitleggen.​​ (probleemstelling 1)
  • De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen waarom piramiden gebouwd werden. (probleemstelling 2)
  • De leerlingen kunnen de vier bouwfasen van de piramidenbouw opsommen. (probleemstelling 2)
  • De leerlingen kunnen de vier bouwfasen van de piramidenbouw in chronologische volgorde plaatsen. (probleemstelling 2)
  • De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wie de piramiden bouwden. ​​(probleemstelling 2)
  • De leerlingen kunnen de twee functies van de Egyptische tempels opsommen. (probleemstelling 3)
  • De leerlingen kunnen de twee functies van de Egyptische tempels in eigen woorden uitleggen. (probleemstelling 3)
  • De leerlingen kunnen drie delen van de tempel opsommen. ​​(probleemstelling 3)
  • De leerlingen kunnen aan de hand van een afbeelding uitleggen waarom mensen op een onnatuurlijke manier werden afgebeeld. (probleemstelling 4)
  • De leerlingen kunnen aan de hand van afbeeldingen uitleggen hoe farao’s, goden en de gewone mens werden afgebeeld in de schilder- en beeldhouwkunst.
  • De leerlingen kunnen aan de hand van twee voorbeelden uitleggen waarom symbolen zo belangrijk waren in de Egyptische kunst. (probleemstelling 4)
  • De leerlingen kunnen twee materialen uit de Egyptische kunst opsommen. (probleemstelling 4)

Vormingsdoelen

  • De leerlingen verwerven het inzicht dat Oudegyptische kunst in functie van de maatschappij stond.
  • De leerlingen beseffen dat de Oudegyptische kunst gebaseerd is op regels en symboliek.
  • De leerlingen verwerven het inzicht dat de Oudegyptische kunst een evolutie doormaakte.
  • De leerlingen leren de Oudegyptische kunst in zijn totaliteit bekijken.

Links

  • Via deze link kunnen de leerlingen de online webquest raadplegen.

Gemaakt door Louize De Groote en Kato Van Kerckhoven

Contact: lerarenopleidingkempen@thomasmore.be