Buitenroutes

Natuur-lijk buiten, een onderzoek naar outdoor education aan de hand van buitenroutes techniek.

“The best classroom and the richest classroom is roofed only by the sky.”
Marget Mc Millan

Deze quote verwijst naar het idee achter ons praktijkonderzoek en de positieve effecten van outdoor education. Binnen ons onderzoek is het belangrijk om de veilige klasmuren los te laten en de leerstof naar buiten te brengen.
In ons project hebben we buitenroutes ontwikkeld. Wij hebben ons toegespitst op buitenroutes techniek. Hiervoor wordt een ZILL-doel rond techniek gefileerd. Kinderen van het eerste tot en met het zesde leerjaar kunnen zo aan de slag rond hetzelfde doel. Eén buitenroute zijn zes tot acht bakjes die opbouwend zijn in moeilijkheidsgraad. De leeftijd van de leerlingen is niet gekoppeld aan een bakje. Kinderen kunnen zo allemaal aan de slag op hun eigen niveau. De laatste twee bakjes zijn verdiepende leerstof.

Verder zijn de buitenroutes stuk voor stuk zelfstandig door de leerlingen te doorlopen. Daarnaast wordt de omgeving zo veel mogelijk gebruikt. Alle materialen die worden aangereikt zijn duurzaam. Concreet zijn er vier buitenroutes techniek uitgewerkt rond volgende onderwerpen: constructies, hefbomen, katrollen, weven en knopen.

Ons onderzoek is gestart vanuit de vragen en noden van onze partnerscholen. Eerst en vooral was Vrije Basisschool De Bosbes in Hertsberge op zoek naar een extra buitenroute ‘techniek’. Daarnaast was onze tweede partnerschool De Parel in Lichtaart op zoek naar educatieve materialen betreft techniek om te gebruiken in hun tuin. Het uiteindelijke resultaat van ons onderzoek zijn vier buitenroutes techniek.
Nadat de vragen en noden van beide scholen in kaart gebracht waren, stelden we onze onderzoeksvraag op. Deze luidt als volgt:
“Hoe effectief is een buitenroute techniek voor het verwerven van technische kennis bij kinderen van de leeftijd van elf- twaalf jaar op korte en op langere termijn?”

Naast het hoofdonderzoek hebben we ook enkele bijvragen. Deze bijvragen gaan o.a. over de interesses van jongens en meisjes in techniek en/of de scores van jongens al dan niet hoger liggen dan de scores van meisjes. Vervolgens is het ook van belang om te weten hoe leraren basisonderwijs staan tegenover het geven van techniek.

Deelnemers

De partnerscholen waarmee we hebben gewerkt zijn VBS De Bosbes te Hertsberge en VBS De Parel te Lichtaart. In beide scholen hebben we het onderzoek toegespitst op elf-twaalfjarige kinderen. Daarnaast hebben we leraren en studenten Lager Onderwijs aangespoord de enquête ‘techniek door de ogen van het werkveld’ in te vullen. Deze enquête hebben we verspreid in de studentengroep van de Thomas More hogeschool in Vorselaar en op kot. Ook hebben we deze enquête in de Facebookgroep Leerkrachten Lager Onderwijs gepost en verspreid onder onze mentoren. Instrumenten Om tot cijfers te komen in het onderzoek, hebben we gebruik gemaakt van enquêtes op Google Forms. Eerst en vooral werd er bij alle kinderen een nulmeting afgenomen. Hierbij werd duidelijk wat dDe voorkennis over de onderwerpen, de nulmeting, waswerd via een toets in Google Forms bij de kinderen bevraagd. De leerlingen vulden enkel de test in van de buitenroute die zij uitvoerden. Vervolgens werd er een posttest afgenomen net na het uitvoeren van de buitenroute. Tot slot werd er na de termijn van één week nogmaals een posttest afgenomen. De drie testen bevatten telkens dezelfde vragen. Wel werd er een andere opmaak gehanteerd. De vragen werden zo door elkaar vertoont, er werd gebruik gemaakt van een ander lettertype en ook de antwoorden werden door elkaar weergegeven. Naast het hoofdonderzoek voerden we ook een subonderzoek bij de leerkrachten. Met behulp van het DAS-instrument werd duidelijk hoe leerkrachten zich voelen bij techniek.

Daarnaast voegden we nog enkele onderwerpen van techniek toe. Daarbij konden leerkrachten en leerkrachten in spé op een schaal aangeven hoe zeker ze zichzelf voelen bij het geven van verschillende techniekonderwerpen deze onderwerpen in de klas. Conclusies Eerst en vooral kunnen we stellen dat onze buitenroutes effectief zijn. Dit blijk uit onze resultaten. Daarin zien we dat de leerlingen gemiddeld gezien 58% scoren op hun voorkennistoets. Na het uitvoeren van de buitenroutes stijgt dit percentage met 12% naar een score van 70%. Één week later blijft dit cijfer hetzelfde. De kennis is dus goed blijven hangen. Daarnaast hebben we ook een aantal bijkomende onderzoeken gedaan. Ten eerste onderzochten we of het geslacht van invloed is op de keuze voor een buitenroute techniek. Hieruit blijkt dat 82% van de jongens vrijwillig kiest voor techniek. Daarentegen kiest 64% van de meisjes hiervoor. Toch zien we dat de scores onafhankelijk zijn van het geslacht. Bij de prétest scoren de jongens 59% en de meisjes 58%. Na het uitvoeren van de buitenroute beide geslachten om en bij de 70%. Na één week bedraagt dit percentage voor beide geslachten 70%. Bovendien hebben we een enquête laten invullen door leerkrachten en studenten in verband met hun houding ten opzicht van het domein techniek. Dit deden we aan de hand van het DAS-instrument. Hierbij kunnen we concluderen dat techniek over het algemeen als moeilijk ervaren wordt en dat er hieromtrent dus bijscholing nodig is. Ook omtrent plezier bij het onderwijzen van techniek is er nog werk aan de winkel. Vooral studenten geven aan geen plezier te beleven tijdens het geven van deze lessen. Tot slot hebben we in deze enquête ook hun zekerheid omtrent de onderwerpen binnen techniek ondervraagd. Hieruit blijkt dat de meeste onzekerheid heerst rond elektriciteit, dit zowel bij leerkrachten als bij studenten. Het meest zeker is men over constructies en communicaties. Als we kijken naar de resultaten valt op dat studenten vaak meer onzekerheden hebben over de onderwerpen binnen techniek ten opzichte van leerkrachten.

Kortom, maak gebruik onze buitenroutes techniek: de kinderen leren in een outdoor omgeving over techniek en deze kennis blijft hangen!

Projectgroep & partners

Studenten

Julie Bevers, Britt Geentjens, Lauren Renders, Benthe Lauwereysen, Lorenz Rochette, Anne Vrints, Carolijn Vekemans

Lerarenopleiders

Lieveke Hellemans

Partnerschool

De Bosbes- Hertsberge
De Parel – Lichtaart

Projectwebsite

https://sites.google.com/view/buitenroutes/resultaten-onderzoek

Meer weten?

Lieveke Hellemans
Verantwoordelijke Onderzoekslab / praktijkonderzoek
T +3214740215
lieveke.hellemans@thomasmore.be

Ook interessant

Lerarenopleiding Kempen

Onderwijsprojecten

Samenwerken?

Is je interesse gewekt en wil je met ons samenwerken?
Laat je gegevens achter.