Een gids vol tips om verhaalbegrip te stimuleren

Ons project is gericht op het bieden van tips voor leerkrachten om het verhaalbegrip bij kleuters te stimuleren. Wij kregen een heel ruim probleem voorgeschoteld, dit ging over ouderbetrokkenheid, taalarme kinderen, KOALA-test, enzovoorts. Wij hebben gefocust op het taalaspect en hebben gewerkt rond het stimuleren van het verhaalbegrip. Dit hebben wij afgestemd met onze partnerschool en zij vonden dit een goed idee. Wij hebben een inspiratiegids ‘verteltalent’ opgericht. Deze biedt methodes om het verhaalbegrip van kleuters te prikkelen.

Prentenboeken bieden vele kansen om de taalvaardigheid van jonge kinderen te stimuleren. Voorlezen heeft een goede invloed op de taalontwikkeling van kinderen. Dagelijks voorlezen is belangrijk voor alle leeftijden. Kinderen raken vertrouwd met boekentaal. Boekentaal verschilt met spreektaal, het is abstracter en beschikt over een rijkere woordenschat en zinsbouw. Voorlezen laat kinderen ook genieten van verhalen en boud zo leesplezier op. Voor verhaalbegrip moet je moeilijke zinsbouw en woordenschat kunnen gebruiken.

Onderzoeksvraag: Hoe kunnen de leerkrachten het verhaalbegrip van de kleuters van de eerste kleuterklas stimuleren?

Onderzoeksmethode: door verschillende bronnen te bestuderen, hebben we onze inzichten verrijkt rond verhaalbegrip. Wij hebben gebruik gemaakt van informatieve bronnen, internationale bronnen, observatiemethodes, bevragingen, enzovoorts. Deze informatie hebben we geanalyseerd en hieruit hebben we de belangrijkste zaken gehaald waarmee wij onze onderzoeksvragen konden beantwoorden. Als laatste hebben we conclusies kunnen vormen op onze onderzoeksvragen. Conclusies: Om een antwoord te kunnen bieden op deze onderzoeksvraag, ontworpen we een inspiratieboekje genaamd ‘Verteltalent!’. Het ontwerp sluit aan bij de onderzoeksvraag omdat de tips gericht zijn om het verhaalbegrip te stimuleren van jonge kleuters. De klasleerkracht van de peuters is met het boekje aan de slag gegaan. Uit gesprekken kunnen we concluderen dat de aangeboden technieken en werkvormen bruikbaar zijn. De ‘wie- wat- waar kaarten’ zijn uitgetest door de klasjuf. Ze vindt de kaarten een zeer goed hulpmiddel. De kinderen worden voorbereid op de besprekingsfase, kleuters weten waar ze tijdens een verhaal moeten op letten. De leerkracht merkt door het gebruiken van de kaarten, dat kleuters het verhaal beter begrijpen en kunnen navertellen. De ‘wie- wat- waar kaarten’ bieden dus een goede structuur. De andere tips zijn niet gericht uitgetest in de praktijk. Wel kon de partner ons vertellen dat de tips rond meertaligheid hun hebben geïnspireerd om hierrond te werken. De tips hebben hen laten inzien dat meertaligheid een meerwaarde is. Volgend schooljaar starten ze een project op dat inspeelt op meertaligheid en ouderbetrokkenheid. Ons boekje heeft dus mee een aanzet gegeven tot dit project. (we hebben onze hoofd conclusie genomen, voor de deelconclusies waren er niet voldoende tekens om te typen). Materialen: inspiratieboekje ‘Verteltalent!’ waarin verschillende tips en tricks staan om het verhaalbegrip van kleuters te stimuleren.

Projectgroep & partners

Studenten

Bernardon Marie-Sofie, Geyskens Nadesha en Mariën Jill

Lerarenopleiders

Eline Bernaerts

Partnerschool of -organisatie

Gemeentelijke Basisschool – ’t Centrum Houthalen

Meer weten?

Elien Sneyers
Verantwoordelijke Onderzoekslab Kleuteronderwijs
T +32 14 56 23 40
E elien.sneyers@thomasmore.be

Ook interessant

Lerarenopleiding Kempen

Samenwerken?

Is je interesse gewekt en wil je met ons samenwerken?
Laat je gegevens achter.